In this lesson, you will learn the terms related to buying and selling in Dutch . This vocabulary is essential for shopping, negotiating prices, and understanding commercial transactions.
Verkoop
Aankoop
Prijs
Korting
Aanbod
Koopje
Betaling
Contant
Creditcard
Bon
Factuur
Bestelling
Winkel
Winkel
Koper
Verkoper
Klant
Markt
Winkelcentrum
Groothandel
Detailhandel
Kassa
Winkelen
Winkelwagen
Voorraad
Inventaris
Bon
Terugkeer
Ruilen
Promotie
Coupon
Verzend
Sale
Purchase
Price
Discount
Offer
Bargain
Payment
Cash
Credit card
Receipt
Invoice
Order
Store
Shop
Buyer
Seller
Customer
Market
Mall
Wholesale
Retail
Checkout
Shopping
Cart
Stock
Inventory
Receipt
Return
Exchange
Promotion
Coupon
Shipping
Verkoop
Sale
Aankoop
Purchase
Prijs
Price
Korting
Discount
Aanbod
Offer
Koopje
Bargain
Betaling
Payment
Contant
Cash
Creditcard
Credit card
Bon
Receipt
Factuur
Invoice
Bestelling
Order
Winkel
Store
Winkel
Shop
Koper
Buyer
Verkoper
Seller
Klant
Customer
Markt
Market
Winkelcentrum
Mall
Groothandel
Wholesale
Detailhandel
Retail
Kassa
Checkout
Winkelen
Shopping
Winkelwagen
Cart
Voorraad
Stock
Inventaris
Inventory
Bon
Receipt
Terugkeer
Return
Ruilen
Exchange
Promotie
Promotion
Coupon
Coupon
Verzend
Shipping
