Engaging in outdoor activities requires specific vocabulary related to nature and recreation. In this lesson, you'll learn how to talk about various outdoor activities in Dutch, from beach outings to park visits. Enhance your outdoor experiences with these useful expressions.
Waar kan ik me omkleden?
Kan ik varen?
Is er een grillgebied?
Zijn er speelplaatsen voor kinderen?
Kan ik hier een feest geven?
Kan ik hier fietsen?
Kan ik hier sporten?
Kan ik een vuur maken?
Is er een EHBO-post?
Kan ik foto's maken?
Kan ik een luchtbed gebruiken?
Waar kan ik mijn handdoek neerleggen?
Kan ik hier zwemmen?
Waar kan ik ijs kopen?
Is er een schaduwrijk gebied?
Is er een barbecuegebied?
Zijn er toiletten in de buurt?
Waar kan ik mijn handdoek neerleggen?
Kan ik een vlieger oplaten?
Waar kan ik water kopen?
Is er een wandelpad?
Kan ik een fiets huren?
Is er een plek om te ontspannen?
Is er een visplek?
Kan ik de grill gebruiken?
Waar kan ik volleyballen?
Kan ik een parasol huren?
Ik moet zonnebrandcrème opdoen.
Zijn er toiletten in de buurt?
Is er een barbecuegebied?
Is er een schaduwrijk gebied?
Waar kan ik ijs kopen?
Kan ik hier zwemmen?
Where can I change clothes?
Can I go boating?
Is there a grilling area?
Are there playgrounds for kids?
Can I have a party here?
Can I ride my bike here?
Can I exercise here?
Can I start a fire?
Is there a first aid station?
Can I take pictures?
Can I use a float?
Where can I put my towel?
Can I swim here?
Where can I buy ice cream?
Is there a shaded area?
Is there a barbecue area?
Are there nearby restrooms?
Where can I put my towel?
Can I fly a kite?
Where can I buy water?
Is there a walking trail?
Can I rent a bike?
Is there a place to relax?
Is there a fishing spot?
Can I use the grill?
Where can I play volleyball?
Can I rent an umbrella?
I need to put on sunscreen.
Are there nearby restrooms?
Is there a barbecue area?
Is there a shaded area?
Where can I buy ice cream?
Can I swim here?
Waar kan ik me omkleden?
Where can I change clothes?
Kan ik varen?
Can I go boating?
Is er een grillgebied?
Is there a grilling area?
Zijn er speelplaatsen voor kinderen?
Are there playgrounds for kids?
Kan ik hier een feest geven?
Can I have a party here?
Kan ik hier fietsen?
Can I ride my bike here?
Kan ik hier sporten?
Can I exercise here?
Kan ik een vuur maken?
Can I start a fire?
Is er een EHBO-post?
Is there a first aid station?
Kan ik foto's maken?
Can I take pictures?
Kan ik een luchtbed gebruiken?
Can I use a float?
Waar kan ik mijn handdoek neerleggen?
Where can I put my towel?
Kan ik hier zwemmen?
Can I swim here?
Waar kan ik ijs kopen?
Where can I buy ice cream?
Is er een schaduwrijk gebied?
Is there a shaded area?
Is er een barbecuegebied?
Is there a barbecue area?
Zijn er toiletten in de buurt?
Are there nearby restrooms?
Waar kan ik mijn handdoek neerleggen?
Where can I put my towel?
Kan ik een vlieger oplaten?
Can I fly a kite?
Waar kan ik water kopen?
Where can I buy water?
Is er een wandelpad?
Is there a walking trail?
Kan ik een fiets huren?
Can I rent a bike?
Is er een plek om te ontspannen?
Is there a place to relax?
Is er een visplek?
Is there a fishing spot?
Kan ik de grill gebruiken?
Can I use the grill?
Waar kan ik volleyballen?
Where can I play volleyball?
Kan ik een parasol huren?
Can I rent an umbrella?
Ik moet zonnebrandcrème opdoen.
I need to put on sunscreen.
Zijn er toiletten in de buurt?
Are there nearby restrooms?
Is er een barbecuegebied?
Is there a barbecue area?
Is er een schaduwrijk gebied?
Is there a shaded area?
Waar kan ik ijs kopen?
Where can I buy ice cream?
Kan ik hier zwemmen?
Can I swim here?